'Round the world in 150 days

Surrealisme van Dali, zieke koala's en mijn eerste surfles

Lieve lezers,

Ja, ik weet het, het is inderdaad al even geleden dat ik wat van me heb laten horen. Ik heb de afgelopen dagen in de Outback van Australie gezeten waar ze geen mobiele telefoons en internet hebben. Hier vertel ik de volgende keer over, maar ik kan al wel verklappen dat ik nu in de nietszeggende stad Rockhampton ben en dat het erg goed met me gaat. Ik heb nog bijna twee weken in Australie tegoed voordat ik nog een maand naar Zuid-Oost Azie ga.

Mijn vorige verhaal eindigde in Apollo Bay en dat ik nu toch maar weer eens naar het noorden moest gaan reizen. Dus ik nam de mooie busrit over de Great Ocean Road terug naar Melbourne. Hier wilde ik nu toch wel erg graag de expositie van Salvador Dali zien (zie vorig verhaal). Via internet had ik kaartjes gekocht dus ik kon zo doorlopen zonder in de erg lange rij te gaan staan. Ik heb werkelijk nog nooit zo veel mensen opgepropt in een museum zien staan, verschrikkelijk. De expositie zelf daarentegen vond ik erg interessant en indrukwekkend. Ik genoot van de surrealistische schilderijen vol van kleur. Een anti-kunst film, mede door Dali gemaakt, vol geweld en enkel bedoeld om het publiek te shokkeren. Gebruiksvoorwerpen die hij op een vulgaire manier in ‘kunst' heeft veranderd, maar ook schitterende juwelen die hij ontworpen heeft. Toen het museum dicht ging wilde ik nog een springfoto maken maar beide fotografen slaagden hier niet in: tot twee keer toe mislukten alle pogingen. Om 8 uur 's avonds vertrok mijn nachtbus naar Sydney. Er was nu meer ruimte in de bus en ik kon het met twee stoelen doen...

Aangekomen in Sydney, de volgende ochtend, regende het pijpestelen. Even ontbijten en toen de trein gepakt naar Katoomba in de Blue Mountains. Twee uur later liep ik door een dichte mist naar Echo Point. Dit is een groot uitkijkpunt boven aan de klif van de Blue Mountains, die trouwens de naam ontleent aan de Eucalyptus bomen en die een blauwe kleur afgeven. De lucht zou daardoor extra blauw zijn, maar het viel mij niet op. Er zijn veel toeristen die een foto vanaf Echo Point willen nemen maar je ziet zo weinig met een dichte mist. Ik vond het allemaal niet zo belangrijk en liep verder naar de Three Sisters (drie grote rotspartijen die door erosie langzaam uitslijten) en daal af via de Grait Stairways. Beneden, na zo'n 900 treden, is het ineens aangenaam rustig. De meeste touristen, vooral Aziaten, komen toch alleen voor een kodakmomentje en gaan door naar een volgende locatie zonder de schoonheid van de natuur in zich op te nemen. Maar ik vond het heerlijk om in alle rust door de bossen te lopen. Mijn ipod was leeg dus ik balen maar achteraf bleek dit helemaal niet erg. Er zijn hier heel veel vogels en die produceren schitterende klanken. Ik kwam wel een paar groepen wandelaars tegen met hun gids maar voor de rest bleef het rustig. Ik liep langs de onderkant van de klif en langs hoge watervallen. Maar dan moet ik toch ook weer omhoog. Waar de meeste wandelaars de kabeltrein omhoog nemen, vond ik dat ik de plicht had om ook de trap omhoog te nemen langs de watervalroute. Vervolgens kwam ik door een mooi stuk aan de bovenkant van de klif en terug naar Echo Point. Daar was het inmiddels vreselijk druk geworden. Vol neptoeristen zoals een Japanner die op sandalen 'enkel even de Three Sisters wil zien', maar juist de verkeerde kant oploopt. Het pad is daar nogal steil en erg drassig maar hij wil niet naar mij luisteren als ik zeg dat hij de andere kant op moet. Goed snel weg van deze wanhoop. Er zijn trouwens veel Hollanders die ik hier tegenkom, een beetje tot mijn tegenzin, maar ja wat doe je daar aan. Later hoor ik dat een 19e jarige Engelse backpacker voor ruim twee weken vermist is geweest in de Blue Mountains. Hij heeft zichzelf zo lang in dit gebied weten te redden dat hij levend terug is gevonden. Wel apart gevoel dat ik hier ook ben geweest (ook al is het park immens groot) terwijl hij hier vermist was. Op het nippertje haal ik de trein (dit keer spring ik naar binnen terwijl de deuren sluiten) terug naar Sydney. Ik ga vroeg naar bed en neem op zaterdagochtend 7 uur de bus naar Port Macquirie.

Na 6,5 uur arriveren we en ik word onverwachts door iemand van het hostel opgehaald, erg fijne service. Samen met mijn kamergenoot Peter uit Duitsland bezoek ik het Koala ziekenhuis even verderop bij het hostel. Ik heb tot nu toe nog geen koala's gespot en deze zijn extra schattig omdat ze ziek zijn. De meesten hebben chlamydia, wat je kan herkennen doordat ze een ‘wet bottom' hebben. De aanwezigheid van de mens en de besmettelijke ziekte chlamydia zijn de grootste reden dat de populatie koala's drastisch afneemt. We krijgen veel uitleg en het is net voedertijd. Oude vrouwtjes die als vrijwilliger een spuitje bij het mondje van de beestjes brengen die het vervolgens gretig opslurpen. Peter en ik lopen terug langs de stranden en de indrukwekkend hoge golven. 's Avonds kijken we met de meeste gasten (slechts 8) in de woonkamer naar Blood Diamond. Een Engels stel, een meisje uit Hilversum en ik drinken nog een biertje in de enige pub in de stad. Zij hebben hun backpack mee want ze willen de nachtbus nemen. Daardoor trekken we nogal de aandacht en een paar professionele rugbyers komen naar ons toe en lopen wat te ouwehoeren met ons. Maar om twaalf uur gaat de enige pub in town al dicht; zij nemen de bus en ik ga naar bed. De dag erna is een rustdag, want op een wandeling naar de vuurtoren met Peter na doe ik weinig.

Maandag zou ik met Peter en twee Hollandse meisjes Anke en Karlijn surfles nemen. Helaas was de deining te gevaarlijk en tot grote teleurstelling van iedereen incluis de instructeur gaat dit avontuur niet door. Toen zijn we maar een kayaktocht gaan doen. Leek me een beetje suf maar het was uiteindelijke een erg geslaagde activiteit. We hadden veel lol in de boten en zagen grote vleermuizen, een waterdraak (reptielachtige) en dolfijnen. De gids was erg grappig en leek zelf nog meer te genieten dan wij. Ik bedenk me zo dat hij elke dag deze tocht weer doet alsof het de eerste keer is. Kinderlijke pret straalde hij uit. Het hoogtepunt is het berijden van de golven met de kayak. We gaan erg hard en het is zaak niet om te vallen en op het goede moment de golf te pakken. Het lukt Peter en mij redelijk en pas op het laatst als we wat experimenteren slaan we om. Het water is kouder dan ik dacht maar in de zon droogt het snel genoeg. De rest van de dag bestaat uit wachten totdat de bus komt. Met beide meiden speel ik weer eens ouderwets Monopoly. Mijn volgende bus gaat naar Coff's Harbour wat maar een kort stukje is, slechts 3 uur! Wel vervelend om tegen middernacht aan te komen om vervolgens nog eens 3,5 km naar je hostel te moeten lopen. In Coff's Harbour hebben ze ook veel strand en zee, een leuk haventje en veel attracties voor kinderen. Er is zelfs een Clog Barn, een klompenmakerij, in compleet Hollandse stijl en ze hebben ook een Nederlands dorpje in miniatuur nagebouwd. Ik wandel wat rond maar heb het al snel gezien. Eigenlijk kosten alle activiteiten hier veel geld of je hebt een auto nodig om ergens te komen. Enkel het uitzicht is mooi en gratis.

Het is woensdag 15 juli. Ik loop naar een eilandje vanwaar je walvissen kunt spotten, maar niet vandaag. Aan het begin van de middag heb ik een surfles geboekt... dit wordt mijn eerste keer op de surfplank! Samen met twee meisjes van 10 en 12 jaar krijg ik les van een oud-prof. Het is erg tof en een hele nieuwe ervaring. Ik pik het redelijk op en ben blij dat ik het beter doe dan de meisjes... Door mijn lengte moet ik nogal mijn benen spreiden en daar heb ik moeite mee. Wel lukt het me om op de plank te staan en dat is al een prestatie vind ik, want de golven zijn erg onvoorspelbaar. In een wetsuit blijf je gelukkig lekker warm in het water. Later bleek dat ik best en grotere plank had kunnen gebruiken (9foot6 ipv 9foot). Na twee uur zit het er op en kan ik met een voldaan gevoel naar surfmekka Byron Bay. Als ik niet zo eerlijk was geweest om tegen de instructeur te zeggen dat ik nog moest betalen had ik een gratis les gehad. Hij wou al wegrijden zonder het geld.

Oke, tot zover dit verhaal. Ik kan jullie nog even jaloers maken door te zeggen dat ik de laatste weken alleen maar zon heb gezien en in de korte broek loop. En dan te bedenken dat het hier winter is..

Liefs uit Coff's Harbour.

Liam

Canberra, Melbourne en de Great Ocean Road

Hey everyone!
De vorige keer eindigde ik mijn verhaal in Canberra en daar zal ik deze keer beginnen. Mica die ik nog uit San Francisco ken, haalt me op van het busstation in Canberra, de hoofdstad van Australie. Mica is nog aan het werk maar dit kan ze prima combineren met mijn gezelschap. Ze werkt met verstandelijk gehandicapten en neemt hen mee dagjes uit. Samen met haar ‘klanten' Kevin en Peter gaan we bowlen. Het is erg gezellig en beide mannen genieten wat erg fijn is om te zien. Ik val erg bij hen in de smaak, zeker als ik een strike gooi. Met 35,5 km/uur whoei! Zelf ben ik veel meer onder de indruk van de mannen, bijvoorbeeld Peter die niet zonder rek rechtop kan staan en enkel zijn rechterarm kan gebruiken. Hij tolereert geen hulp en hard gooit ie niet maar het lukt hem uiteindelijk wel. Beide heren gooiden zelfs een hogere eindscore dan Mica; toegegeven Mica gebruikte geen bumpers. Hoe schrijnend is het alleen om te horen dat zij als vaste klanten soms met zo weinig respect worden behandeld. Mica weet er alles van maar is blij met mijn gezelschap.Nadat we beide mannen hebben thuisgebracht, geeft ze mij een rondleiding door de stad en drinken we wat in haar favoriete kroeg ' The front'. Ik wil haar graag bedanken voor de gastvrijheid en maak een vegetarische coucous-schotel die in de smaak valt. Samen met Isaac, de vriend van Mica, waarmee ze samenwoont, kijken we ' Avatar' een Koreaanse animatieserie die Mica in San Francisco had gekocht.
Vrijdag 3 juli. Nadat ik lekker heb uitgerust in een groot bed en na een fatsoenlijk ontbijt leen ik de fiets van Isaac en verken de stad. Ik fiets naar de top van de Black Mountain, door het univeristeitsterrein en naar de binnenstad. Ik bezoek het film en geluidsarchief waar ze de geschiedenis van de Australische TV en radio laten zien. Kennen jullie Skippy nog? Of Neighbours, Flying Doctors, Crocodile Dundee? De tijdmachine die ze hebben nagemaakt was tof. Ik ga verder naar het War Memorial en via een parkje kom ik uit bij Capitol Hill. Hier staat het Australische parlementsgebouw en ik bezoek de 1e en 2e kamer aldaar. Een basisschool krijgt een rondleiding en verbaasd hoor ik de lerares zeggen dat de Australische senaat op de Amerikaanse na de machtigste is in de wereld. Canberra is een gekke stad; vreedzaam en veel rustiger dan Sydney. Het is een kleine stad maar de straten zijn groots opgezet. Canberra is rijk nogal logisch als 1/3 van de bevolking voor de regering werkt en verzekerd is van een goed bestaan. Het is de enige grote stad in Australie dat niet aan zee ligt en is enkel gebouwd omdat Sydney en Melbourne er niet overeens konden worden wat de hoofdstad zou worden. Mica haalt me aan het eind van de dag op en maakt een heerlijke Indonesche (hier heeft ze een tijd gewoond) Sateh voor ons klaar.
Op zaterdag slapen we eerst uit na een wilde nacht stappen in Canberra. Mica maakt porridge (havermoutpap) met walnoten en honing. Het goedkope studentenvoer. Met z'n drieen gaan we op weg met de auto. Onderweg zien we een dode wombat liggen, nog voordat ik de kans krijg om een levende te spotten. We komen aan bij het Tidbinbilla reservaat, waar kangaroe's, emoes (lijkt op een struisvogel), koala's en veel wilde vogels leven. De eerste keer dat je een kangaroe en een emoe ziet is geweldig, prachtige beesten. We zien ook wallabie's, wallaroe's en zelfs een platypus (vogelbekdier) wat erg zeldzaam is. We doen een soort van safari, met de auto langzaam door het reservaat en stukjes lopen waar je niet met de auto kan komen. We zien een kangaroemoeder met een kindje in haar buidel en de vader die behoedzaam om zich (en naar ons) heen kijkt. Helaas spotten we geen koala, daarvoor was het te nat en koud. Ik heb gelukkig wel de andere beesten eerst in levende vorm gezien en niet dood op de weg. We maken grappige springfoto's met de kangaroe's en hebben hier veel lol om. Op de terugweg stoppen we nog bij een creepy space center met grote schotels die naar de ruimte wijzen. Tenslotte halen we Australische burgers (erg veel van alles op je burger) met patat en kijken nog een aflevering van ‘Avatar' en Mica laat foto's zien van Sumatra waar ze me helemaal enthousiast voor maakt. In hun tuin zie ik voor het eerst een levende possum (in NZ liggen die overal dood op de weg) die boven op de elektriciteitskabels is geklommen. Dan maken we ons op voor een optreden van George in The Front. George is een geweldige kerel die een beetje doet voorkomen als een jonge Jimi Hendrikx en toffe nummers speelt. Spontaan begint het publiek te dansen wanneer hij een erg swingend nummer ten gehore brengt. Tafels en stoelen worden abrupt opzij geschoven en iedereen danst met iedereen. Ondertussen drink ik mijn eerste Chai Latte (aanrader, kan je dat in NL krijgen, hebben we eigenlijk al een starbucks in Groningen?). Het is hier erg gezellig maar ik moet toch weg voor mijn nachtbus naar Melbourne. Ik neem afscheid van Mica en Isaac en hun vrienden en neem plaats in een warme stinkende bus die stampvol is. Ach slapen doe ik overal wel (ik heb zelfs niet gemerkt dat een man de bus wakker hield met zijn gesnurk) maar prettig is het niet.
Als ik wakker ben, zijn we inmiddels wel mooi aangekomen in Melbourne. Het is nog erg rustig op straat om zondagochtend 8 uur. Het is even zoeken naar een hostel want het kleine hostel in een buitenwijkje wat ik had uitgezocht bleek al volgeboekt...eigen schuld Liam. Eenmaal ingecheckt en opgefrist neem ik de tram (Melbourne heeft een van de grootste tramnetwerken ter wereld) naar St. Kilda. Ik lunch aan het strand en loop via een lange pier naar een boulevard waar markt gaande is. Terug via het grote Albert Park waar ook het Formule 1 circuit is. Veel auto's racen hier overheen maar ik vind het niet uitzien als een Formule 1 parcours. Mijn boodschappen doe ik bij de Aldi, de eerste die ik tegenkom tijdens mijn wereldreis. De tweede dag in Melbourne begin ik met een ritje in de toeristentram die langs alle bezienswaardigheden rijdt. Als ik uitstap loop ik binnen bij de National Victoria Gallery voor een expositie van Salvador Dali. Doordat de scholen hier deze week wintervakantie hebben is het er alleen zo druk dat ik weiger om langer dan een uur in de rij te gaan staan voor een kaartje. Ben dus doorgelopen naar het olympisch stadion en de tennisvelden van Australian Open (Rod Laver Arena). Ook is hier het Melbourne Cricket Ground (MCG) het grootste stadion van Australie die vooral gebruikt wordt voor Ozzie rules Football wedstrijden. Australian Football is een mix tussen voetbal en rugby en ze zijn er hier gek op. Via een parkje loop ik langs Captain Cook cottage, het huisje van deze ontdekkingsreiziger die destijds is overgehaald uit Engeland. ‘S avonds maak ik gebruik van een gratis entree bij de City Baths en neem een frisse duik en warm op in de sauna.
Dinsdag 7 juli haast ik me naar het Southern Cross station waar ik de trein van Melbourne naar Geelong neem. Daar pak ik de bus over de befaamde Great Ocean Road naar Apollo Bay. De Great Ocean Road is circa 250 km lang en ik doe ongeveer de helft ervan met de bus. Langs rotspartijen aan de rechterkant en de veruitgestrekte oceaan aan de linker. Mooie goudgele stranden en helderblauw water. Door de vakantie zijn er veel dagjesmensen op de weg en aan het strand. Na een prachtige rit van drie uur kom ik in het vissersdorpje aan en hoewel er best wat toeristen zijn is de stilte een genot in vergelijking met de drukke steden waar ik hiervoor was. Heerlijk! Het hostel is ook super, een klein eco-hostel (milieu-vriendelijk) met alles goed verzorgd. Ik lunch op de veranda van het hostel in een heerlijk zonnetje. Wandel vervolgens langs het strand over de Great Ocean Walk. Op het strand op een rustig plekje lees ik mijn boek.
In de schone keuken van het hostel heb ik alle ruimte en eet lekker burrito's met een toetje en koffie na, wat een luxe. Als ik een film wil gaan kijken, komen er twee Australische stelletjes met de vraag of ze wel de Tour de France mogen kijken. Niet bewust dat het er op is, stem ik natuurlijk graag daarmee in. Het is al nacht en we hebben lol tijdens de ploegentijdrit. Fietsen is totaal niet populair hier en ze weten er ook niet veel van maar vinden het wel leuk om naar te kijken. Ze hebben ook totaal geen idee van Europa. Duitsland, Belgie, Luxemburg en Nederland is allemaal hetzelfde en Montpellier ligt naast Parijs. Ik voorzie hun van kennis, zij voorzien mij van leuke anekdotes. Op woensdag huur ik een fiets en verken nog een stuk van de Great Ocean Road. Tot aan een van de zuidelijkste puntjes van Australie, door heuvelachtig gebied en vooral in het begin is er veel klimwerk. Ik rijd door bossen en langs regenwouden en kom uit bij een van de belangrijkste vuurtorens in Australie. Dat vind ik wel best en in plaats van in de lange rij te gaan staan zoek ik het stille strand op. Op de terugweg was het nog wel even een gezoek, zeker omdat je niet overal met de fiets langs mocht. Ik schrok een beetje van een aantal koeien op de weg die me wel erg aandachtig aankijken omdat ik een rode sweater droeg. Even checken of er geen stieren in de buurt zijn. Het laatste stuk was fijn, want ik had enkel nog een lange afdaling voor de boeg. Uiteindelijk heb ik zo'n 75 km gefietst en een mooie tocht gemaakt.Thuis bijkomen bij de open haard en met een filmpje op gegeten. In Apollo Bay ben ik nu wel erg afgezakt naar het zuiden, zeker omdat mijn plan was om van Sydney helemaal naar het noorden te gaan. Dus terug naar Melbourne en Sydney maar dat vertel ik de volgende keer.
Voor nu liefs vanuit Apollo Bay.

Sydney is: wildlife midden in de stad en stranden om de hoek

Lieve allemaal,
Inmiddels zit ik in Melbourne de een na grootste stad van Australie. Ik heb het alleen reizen 
weer opgepakt en zal de komende weken de oostkust onvelig gaan maken. Eerst zal ik vertellen 
over mijn aankomst in Australie en de tijd die ik in Sydney heb doorgebracht.

Het is donderdag 25 juni en ik sta op het vliegveld van Christchurch. Tien minuten geleden heb ik afscheid genomen van Edda en ik wacht nu tot haar vliegtuig richting Nederland langzaam opstijgt. We hebben een geweldige tijd samen gehad maar nu is dan toch de tijd aangebroken dat ik alleen verder reis. Als haar vliegtuig in de lucht en uit het zicht is, loop ik terug naar de auto en lever deze af bij het verhuurbedrijf. Tijdens onze ' vakantie' heeft de rechterkant van de auto een hek geraakt bij een zeer lastige parkeermanouvre in Dunedin. De verf is wat beschadigd, maar met de Stress-Free Insurance die ik heb afgesloten hoef ik de schade niet te betalen. Een ongelukrapport opgesteld en daarna kan ik gaan. Terug in het hostel zal ik voor het eerst in 2,5 week weer in een dorm slapen..even wennen dat er vlak naast me iemand snurkt. Op vrijdag loop ik rond in het centrum van Christchurch. Ik beklim de toren van de kathedraal maar het uitzicht valt tegen. Gelukkig krijg ik wel een chocolaatje omdat ik de 139 treden van de toren heb beklommen. Vervolgens loop ik naar een bank waar ik de parkeerboete uit Queenstown betaal. De baliemedewerkster leeft met me mee en geeft als kleine troost mij een All Blacks vlaggetje mee.

Het is vandaag ook mijn laatste dag in NZ en dat wil ik graag goed afsluiten. In Roturora had ik al gehoord van een Maori cultural experience en die kon je ook hier doen. Het blijkt een open-lucht voorstelling te zijn waarbij een waargebeurd verhaal wordt nagespeeld. Het verhaal gaat over de Maori's, de oorspronkelijke bewoners, in de 19e eeuw de tijd dat de Engelsen Nieuw Zeeland voor zich opeisten. Het verhaal volgend loop je mee in een compleet nagebouwd dorp. De verhalenvertelster is tevens de gids en leidt ons door het eenvoudige Maori dorp, een veldslag en een Engels kolonisten stadje compleet met kerk, school, winkels en een pub. Er zijn zo'n 40 acteurs die overal om ons heen (terwijl wij verder lopen) verschijnen en hun rol spelen. Heel geloofwaardig komt het over, zeker ook de tram die ons een stukje vervoerd. De centrale vraag in het verhaal is wie het recht heeft op het land en als kijker krijg je zo een eendruk hoe die verdeling vroeger er aan toe ging. Leuk weetje: de Maori's tattoueren hun gezicht (mannen en vrouwen) en de mate waarin zij beschilderd zijn geeft hun rangorde aan. Na de ruim anderhalfuur durende voorstelling stond er een heerlijk buffet voor ons klaar. Vooral de seafood stoofpot was super, maar ook de kruidencake met warme custard ging er op het eind goed in. Aan het eind van de avond geeft een Deens stel me een lift terug naar het hostel.

Op zaterdagmiddag ging ik dan ook weg uit het schitterende Nieuw Zeeland. In 3,5 uur vlieg ik naar Sydney. Hier word ik onaangenaam verrast door een speurhond die mijn broodje ham in mijn broodbak (ja, die heb ik mee ja en is heel handig gebleken voor opslaan van eten) rook. De douanevrouw gooit daaropvolgend al mijn eten in de volle broodbak weg. Ik wist ook wel dat je geen vlees mee mocht nemen, maar dit is wel heel radicaal. Had mijn broodje creamcheese liever ter plekke opgegeten, maar een discussie was niet mogelijk. Hierna haal ik geld op en neem de trein naar Sydney Central Station. Ik ben nog nooit zo snel in het centrum aangekomen als hier, binnen 15 minuten was ik er al. Ingecheckt in een megagroot hostel middenin het centrum met alles erop en eraan behalve gezelligheid. Daarna loop ik wat rond in de stad, doe boodschapen en eet mijn risotto. Als afsluiter kijk ik een filmpje in de cinema van het hostel. Ik heb nog de NZ tijd in mijn hoofd dus het voelt alsof het twee uur later is.

De volgende dag loop ik vooral rond in de grote stad. Sydney is erg groot met 4,5 miljoen inwoners en dat heb ik sinds Los Angeles niet meer gezien. Toch is Sydney veel vriendelijker en schoner dan LA. Het is winter maar het weer is aangenaam met zo'n 20 graden en een dag vol zon. De opera en de harbour bridge zijn niet te missen en vormen een mooi plaatje. Hier ontmoet ik Alex een franse vriendin van me die ik uit Berlijn kende. Zij laat me een stuk van de stad zien; ze werkt hier nu een half jaar en is dus redelijk bekend met de stad. We lopen over het drukke Circular Quay en door de levendige Rocks. Over de harbour bridge heen en weer terug naar de botanische tuin. Hier vinden we veel aparte vogels en prachtige witte papegaaien die de hele wereld bij elkaar krijsen. Het meest opmerkelijke vind ik de vele vleermuizen die hier (overdag!) in de bomen hangen... wat een mooie beesten. Vervolgens lopen we door naar de Australische versie van Hyde park, hier schijnen veel possums rond te scharrelen en ik wil nu eindelijk wel eens een levende zien, helaas geen geluk. Toen begon vanuit het niets een enorme stortbui en Alex en ik zoeken snel een cafetje op in Darling Harbour. Erg leuk dat ze zo overal verspreid in Sydney gezellige plekjes hebben om wat te drinken.

Op maandag begin ik aan een stadswandeling op de grote campus van de universiteit. Via een grote vismarkt loop ik door het knusse buurtje Glebe in de richting van Darling Harbour. Hier is veel te zien, waaronder een replica van de ' Endeavour' het schip van Captain Cook. Het is prachtig weer dus ik ga lekker in het park een boek lezen. Op de terugweg loop ik door een drukke straat waar een mensenmassa aan het wachten is voor, wat later bleek, de komst van Bruno. Het nieuwe alterego van Sacha Baron Cohen, die hier is om zijn aankomende film te promoten. Veel politie en veel heisa volgt, maar ik had honger dus ging snel eten klaarmaken. Na het eten ga ik nog lekker even in de sauna en het zwembad op het dak van het hostel met uitzicht over de stad. Op dinsdag neem ik de bus naar Coogee Beach. Op een half uur van het centurm liggen de vele stranden waar Sydney bekend om is. Een ' coastal walk' brengt me naar het grote en populaire Bondi beach. Vele surfers zoeken hier de golven op. Langs de rijke huizen lopen veel andere mensen deze tocht en het is ook een populaire route voor joggers. Vanuit Bondi neem ik de trein naar de andere kant van de stad naar het olympische park. Hier werden 9 jaar geleden de Spelen gehouden. De meeste ' venues' zijn allemaal in dit park zoals het zwembad waar Inge de Bruijn en Pieter VdH succesvol waren, het hockeyveld waar de mannen goud haalden, maar ook het indrukwekkende olympische stadion. Het grote park ligt er wel wat verlaten bij, enkele touristen, enkele sporters die gebruik maken van de faciliteitien maar het is bijna zielig. Misschien dat de oranje dames over twee weken hier wat leven in de brouwerij kunnen brengen als ze hier om de Champions Trophy (Hockey) spelen. Ik vind het lastig om me hier goed te orienteren en dat heb ik niet snel. Er is een uitgezette wandeling langs alle stadions maar ik wijk hier onbewust steeds vanaf.

De woensdag loop ik langs de Aboriginals die op hun Dongaridoo heel aparte en zeker wel toffe muziek maken. Vervolgens koop ik een simkaart zodat ik in Australie makkelijker te bereiken ben. Omdat ik geen bewijs heb dat ik aan het Abel Tasmanplein woon is het niet mogelijk om bij de Vodafone dealer een simkaart te kopen. Even verderop kan dit wel bij de supermarkt (na opgave van het adres van het hostel) en ik krijg hier nog korting ook op dezelfde Vodafone kaart. Dan belt Alex me op om samen naar het strand te gaan, opnieuw naar Bondi. Het was mooier weer dan de dag ervoor en ik neem een duik in de koude zee. We blijven op het strand tot de zon ondergaat en daarna drink ik de lekkerste chocolademelk die ik ooit geproefd heb. Spaanse dark chocolate, extra dik, van de chocolaterie aan de boulevard van Bondi. Terug in de stad doen we een Schooner in de ' Three Wise Monkeys', een favoriet van Alex maar ook van Janneke: supermooi! Na twee biertjes kijken we nog een film en zijn we beiden moe en nemen afscheid.

Donderdag 2 juli. Om 9 uur neem ik de Greyhound bus naar Canberra, de hoofdstad van Australie. Na vier uur kom ik hier aan, waar Mica me van de bushalte ophaalt. Ik ken haar nog uit San Francisco waar ze mijn roommate was. De tijd hier in Canberra en later in Melbourne laat ik voor een volgend verhaal.

Liefs uit Sydney,

Liam

Noordereiland deel 2: een stinkende stad en een adembenemende tocht door de bergen

Hallo allen,

Hier volgt dan deel twee van mijn tijd op het noordereiland van Nieuw Zeeland. Het gaat verder waar het vorige verhaal geeindigd is.

De volgende dag (donderdag 4 juni) was het tijd om verder te gaan. Met de auto een tochtje over het schiereiland Coromandel Peninsula gemaakt. In Wahia gestopt voor een lunch en een kijkje bij de oude goudmijn. Vervolgens door gereden naar Matamata, beter bekend als ‘Hobitton', het bekende dorpje uit Lord of the Rings. Ik had geen geld en tijd om de huisjes te bezoeken, maar wel een snelle foto gemaakt. De omgeving hier is ongelofelijk mooi; om van te houden. Ik kan me voorstellen dat Peter Jackson dit uitgekozen heeft. Het laatste stuk leidde me naar Roturora, de stad met de geothermische ehmm ja, nouja alles is hier geothermisch.

De aardlaag in en rondom Roturora is heel dun en hierdoor wordt het oppervlaktewater enorm verwarmd. Ook komt er heel veel zwavel vrij waardoor de stad naar verrotte eieren ruikt. Dit is erg merkwaardig, zeker als je net aankomt. Later went dit wel. Overal in de stad komt stoom uit de plassen, beekjes, maar ook uit de goot. Er zijn ‘kokende' modderpoeltjes en zelfs van het grote meer nabij aan de oever komt stoom vrij. Veel van deze poeltjes zijn erg gevaarlijk om in te baden, maar wees gerust, elk hotel, hostel, resort etc heeft een eigen spa. Ik kan dan ook vertellen dat ik in de vriezende kou heerlijk warm in een openlucht bubbelbad heb gelegen met een biertje erbij. Maar eerst heb ik me die dag enorm in het zweet gewerkt op de mountainbike. In het Redwood Forest hadden ze allerlei mountainbike tracks uitgezet voor beginner tot hardcore. Ik deed daar iets tussenin, maar het was zwaar: uphill, downhill, bochtje hier, boomwortel daar. De tracks waren erg tof en het was goed uitgezet.

De volgende stop is Taupo, de zelfbenoemde avonturen stad van NZ (in elk geval noordereiland). Het ritje ernaar toe was kort dus onderweg had ik alle tijd om dingen te bekijken, zoals watervallen, modderbadden, hot springs en een matea (ontmoetingsplaats voor maori's de oorspronkelijke inwoners) en ik reed langs kraters en door valleien. In het geheime Kerosene Creek, een rivier met warm water, nam ik een duik, nadat ik het eindelijk gevonden had. Vlak voordat ik Taupo binnenreed bezocht ik nog de wereldberoemde Huka Falls, straalblauw water in een enorme stroomversnelling. In Taupo zou ik alleen overnachten. De volgende dag vroeg op omdat ik de Tangariro Alpine Crossing wilde lopen, een van de beste one day hikes ter wereld. Om half zeven ging de wekker. Eerst nog anderhalf uur rijden maar het was erg stil op de weg. Ik zag het langzaam licht worden rijdens langs het grote Taupo meer, prachtig. Toen de lokale supermarkt openging nog wat broodnodige supply's gekocht zoals spaghetti uit blik, batterijen en handschoenen. Toen door gereden naar het informatiepunt van het national park waar de hike was. Ik kon hier de overnachting in de hut bovenin de bergen boeken en kreeg info over de track en het weer. De meeste wandelaars doen deze wandeling in een groep, maar dan ben je dus gebonden qua tempo en gezelschap en het kost ook nog eens 80 euro om te doen. Drie redenen voor mij om de tocht zelf te verkennen. Je moest je dan wel goed voorbereiden, het weer dat nu perfect leek kon zo omslaan. Daarnaast ging ik naar een hoogte van 1800 meter en daar lag veel....ijs. Spekglad en dus levensgevaarlijk. Voor het eerst in mijn leven op crampons lopen en een ice axe (bijl) mee als laatste redmiddel (jaa het vervolg van dit verhaal kan enig buikomdraai gevoel oplopen, lezen is op eigen risico). 'Er is geen kans op lawines maar wees voorzichtig want afgelopen week deden twee trampers dat niet en die hebben nu een gebroken been en andere verwondingen', zei de man nog.

Ow ja toch ook nog even een gasbrander met pannetje halen en kaarsen voor licht en warmte. De crampons werden op mijn schoenmaat afgesteld en het pannetje werd hoogstpersoonlijk door de eigenaar van de winkel bij hem thuis opgehaald.

Met de backpack op en warm aangekleed (twee broeken, dikke fleece trui, winterjas, muts en sjawl) kon ik dan echt beginnen. De eerste anderhalf uur ging door een vallei richting de bergen Mt Tangariro en Mt Ngauruhoe beter bekend als Mt Doom uit LOTR. Toen werd het klimmen eerst via trappen en later via stenen en rotsen. Er was een rustplaats op de rif tussen beide bergen en hier werd ik geadviseerd mijn crampons te gaan gebruiken. Een andere groep had deze niet mee en moest noodgedwongen terug. Ik durfde het niet aan om Mt. Doom in mijn eentje te beklimmen zeker niet omdat ik niet wist hoe lang het zou duren en of het dan niet donker zou worden voordat ik in de hut aankwam. Ik liep verder over een grote ijsvlakte wat in de zomer een vulkaankrater is (in de winter ook, maar dan zie je dat niet). Het loopt heel gek met crampons aan, op sommige stukken is het ijs door de felle zon gesmolten en daar zak ik doorheen wat het erg zwaar maakt.

Hierna begint het echte klimwerk, de crampons geven houvast maar met backpack op is het loodzwaar. Andere trampers vertellen mij dat ik de Tangariro top wel zou kunnen halen. Maar als ik bijna bij de top ben, moet ik over een steil stuk van de berg. Ineens raak ik in paniek en vertrouw de crampons niet meer voor de volle 100%. Ik wil gaan zitten, maar glijd weg. Ik moet me met de ice axe vastklampen om niet te vallen. Ik durf niet goed meer terug over dit steile deel en de enige optie is dan recht omhoog de berg op zo snel mogelijk van deze berg af. Omhoog sleurend haal ik de top, maar ik ben nu wel ver van het pad. Met een alternatieve en steile route naar beneden probeer ik weer terug bij het pad te komen. Vlak langs de rotsen want die zijn veilig en reduceren de kans op een val. Heel langzaam daal ik af en kom uiteindelijk op een vlakke krater. Over het pad is het vervolgens nog anderhalf uur afdalen. Maar ook hier blijft het oppassen. Het helpt als je niet naar beneden kijkt en stug door blijft lopen. Stilstaan vergroot de kans op wegglippen en de kans op paniek. Na bijna 5.5 uur lopen kom ik bij de Ketetahi hut aan waar ik zal overnachten. Het is nog licht en ik zie de zonsondergang, zo verschrikkelijk mooi. Ik zal vannacht alleen in de hut zijn. Er is een gaskachel, maar de hut kent geen isolatie en er is geen licht aanwezig. Ik zie twee grote 100 liter tanks water staan, maar er komt niks uit de kraan. De gehele inhoud van de tank is bevroren! Geen water om te wassen, koken of drinken. Ik richt de hut zo goed als het kan in en doe snel de kachel aan. Met de brander maak ik mijn spaghetti warm, ja dit is survival. De kaarsen geven het enige licht zodat ik nog wat kan lezen, maar het is zo koud dat ik maar beter kan slapen. Ik heb het nooit koud 's nachts, maar deze nacht ben ik een aantal maal rillend van de kou wakker geworden. En dit ondanks de dikke slaapzak die ik meehad.

Vroeg in de ochtend sta ik op en doe snel mijn warme kleren aan. Ow ja, ik moet nog ' betalen'. Dit doe je door je bonnetjes die ik eerder gekocht heb in de ‘honesty box' te stoppen. De eerlijkheid van de reiziger dus..Nog even het gastenboek getekend en weer op voor dezelfde route terug, want ik moest weer naar de auto. Het is net licht als ik de hut verlaat. Deze keer heb ik meer klimwerk, maar vooral in het begin en dat ik de route ken scheelt enorm. Het had gevroren en de zon was nog maar net op dus het ijs was keihard wat makkelijker lopen was. De eerste twee uur kwam ik niemand tegen en nu rilde ik enkel van de schoonheid van de omgeving: aan de linkerkant een bevroren meer, aan de rechterkant een grote vulkaankrater en overal besneeuwde (beijste) bergtoppen. Helemaal kapot kom ik boven maar wetende dat ik nu alleen nog naar beneden hoef. Nu kom ik ook de eerste tegenliggers tegen die wel moeten klimmen! Haha!

Ik kan mijn crampons weer uit doen maar bijna helemaal beneden glijd ik dan toch uit. Verdomme, twee dagen lang onder zware omstandigheden geploeterd en zonder te vallen en ik glij onderaan de trap uit. Na vier uur ben ik terug bij het begin (normaal gesproken staat hier 6-7 uur voor) en kan ik eindelijk water bijvullen wat niet bevroren is. Daar staat een groep die nog moet beginnen en dat is een mooi gevoel.

Snel omgekleed, de geleende spullen teruggebracht en op naar het zuiden. Naar Wellington, naar Edda! Onderweg kom ik een lifter tegen die ik meeneem. Een local van 21 jaar die naar Palmerston North moet, ongeveer mijn kant op. Hij is erg stil en daardoor stokt het gesprek nogal. Hij kan mij ook weinig vertellen over zijn land. Na een uurtje is hij op de plaats van bestemming en rijd ik gauw door. Als het al donker is kom ik in de hoofdstad aan. Even wennen omdat er nogal wat eenrichtingswegen zijn en veel stoplichten. Ik verken de stad en zoek een geschikte locatie uit waar Edda en ik aan onze vakantie kunnen beginnen. Ik doe boodschappen en maak het welkomstcomité gereed. De volgende ochtend, dinsdag 9 juni, sta ik op tijd op het vliegtuig met een groot kartonnen bord in mijn hand. Ik kan tot aan de gates komen en wacht haar dus meteen bij het vliegtuig op....En daar is ze dan, met een vreselijke grijns op haar gezicht. Na tien weken zijn we weer bij elkaar. De komende 17 dagen zullen we samen doorbrengen, maar dat is allemaal te lezen in vorige verhalen. Ik ben nu weer helemaal bij en up to date en de volgende keer zal ik over Australie schrijven.

Liefs uit Wellington,

Liam

Het noordereiland van NZ: op weg met de auto, mooie natuur en een unieke verjaardag

Lieve lezers,

Gisteren heb ik Edda op het vliegveld van Christchurch gezet en daarmee is een einde gekomen aan twee geweldige weken samen waarin we het mooie Nieuw Zeeland hebben kunnen ontdekken. Zelf vlieg ik morgen door naar Australie. Voordat Edda me kwam opzoeken ben ik het noordereiland van Nieuw Zeeland doorgetrokken. Het verhaal hiervan heb ik nog niet op mijn weblog gezet en nu volgt het eerste deel.

Ik ben aangekomen in Auckland, Nieuw Zeeland (NZ) mijn meest favoriete bestemming tijdens mijn grote wereldreis. De douane op het vliegveld was vriendelijk, alleen wilden ze wel even mijn hike-schoenen schoonspuiten zodat ik geen vieze aarde het land in zou brengen. Geen probleem! Met schone schoenen op weg naar het centrum van Auckland, wat nog ruim een uur van het vliegveld lag. Het hostel lag erg centraal in een zijstraat van de prominente Queenstreet. De omgeving verkend en boodschappen gedaan (eten en onderdak is veel goedkoper hier dan ik dacht; niet veel duurder dan in Fiji en stukken goedkoper dan in Canada en de USA). Auckland is de grootste en drukste stad in NZ, maar niks vergeleken met steden die ik eerder heb bezocht. Ondanks dat er 1,3 miljoen mensen wonen (meer dan een kwart van de totale bevolking in NZ!) is alles in het centrum binnen loopafstand. Alles draait om Queensstreet en er is een grote haven en een paar grote parken. Ik wil hier nu toch echt wel een auto huren en ik ga op zoek tussen alle auto aanbieders naar een mooie optie. Uiteindelijk kom ik uit op ‘Jucy Cars' waar ik voor 400 euro, 26 dagen lang een auto heb. Dan heb ik alle vrijheid om NZ op mijn gemak te verkennen. Edda komt me hier later opzoeken, dus het is fijn om samen een auto te hebben.

Maar eerst nog een paar dagen in Auckland. Ik loop veel rond oa langs de universiteit, wat een apart gevoel gaf, omdat ik er nog over gedacht heb om hier te studeren ipv in Berlijn. 's Avonds ga ik naar een feest waar veel reizigers komen. Hier kom ik twee Engelsen tegen die ik ook al in Seattle en San Diego tegenkwam. Wat is de wereld soms toch klein.. Het feest was niet bijzonder, maar wat wel leuk was dat bij een bepaald willekeurig nummer gratis bier uitgedeeld werd, maar dan moest je wel goed opletten en snel zijn anders was het uitdelen voorbij.

De volgende avond ga ik naar de nieuwe film ‘Angels and Demons', bij ons beter bekend als Bernoulli Mysterie. Zoals meestal vond ik het boek veel beter dan de film, maar de beelden in Rome waren herkenbaar. De bioscoop zelf was indrukwekkend groot.

Vlakbij Auckland, half uur per boot, ligt Rangitoto Island, een eiland dat grotendeels bestaat uit een vulkaan en vulkanisch gebergte. De boot ging nogal vroeg en ik kwam op het nippertje (in de laatste minuut) de loopplank opgerend. Het eiland was niet toegankelijk voor voertuigen en dus had je lopend alle ruimte. Hikend de vulkaan op. Het gesteente was nagenoeg onaangetast sinds de laatste uitbarsting lang geleden. Het was erg rustig en ik heb prachtige wandelingen gemaakt. Sommige stukken waren erg zwaar, maar de voldoening achteraf groot. Ik heb de top beklommen, een rondje om de krater en je kon een door lava gevormde grot bekijken. Toen ik nog een dik half uur moest lopen begon het keihard te regenen. Tot nu toe was het mooi weer geweest met veel zon (alleen kouder dan op Fiji) maar dit was een echte Hollandse bui. Doorweekt en koud kwam ik bij de boot aan.

De laatste nacht in Auckland werd het gehele hostel (ca. 80 pers) opgeschrikt door het brandalarm dat afging. Eerst had ik niks door, misschien en auto die opengebroken was. De anderen in mijn dorm bleven in bed en ik dus ook. Maar het alarm ging maar door totdat iemand zei dat we het gebouw uit moesten vluchten. Ik pakte mijn belangrijkste spullen en ging snel naar buiten. Het hele proces verliep chaotisch en het is maar goed dat het loos alarm was. Sommige lui waren dronken en eentje liep omhoog ipv naar beneden. Voor dit grapje (oorzaak weet ik niet) kwamen wel zes brandweerlieden opdraven.

Op zondag kon ik de gehuurde auto, een blauwe Daihatsu Sirion, ophalen. Ik was wat nerveus of al het papierwerk goed zou komen, maar uiteindelijk zat ik dan toch achter het stuur, aan de rechterkant wel te verstaan, want ze rijden hier links. Een wegenkaart gekocht en op naar de vrijheid!

Ik moest wel even wennen aan de auto en het links rijden en waar zou ik eens naar toe? Eerst Auckland uit en vervolgens op naar het noorden: Bay of Islands. Goh wat is dat wennen zeg. Versnelling (ik rij gelukkig wel handmatig, en niet automatisch) en handrem aan de linkerkant; ruitenwisser is richtingaanwijzer en andersom. Ik rijd via de westkust omhoog en stop bij mooie uitzichtpunten en doe alles op mijn eigen tempo.

Het mooie aan dit alles is dat je elke kant op kan en bij alle scenic points kan stoppen, maar het lastige is dat je keuzes moet maken. Er zijn gewoon te veel dingen te zien. Plus rond vijf uur 's avonds wordt het al donker. Rond die tijd kom ik aan in Kerkeri, een dorpje in de Bay of Islands. Hier is een piepklein hostel (max. 12 pers) en dat lijkt me harstikke gezellig. Op de eigenaar, een Fransoos en ik na is iedereen hier Duits. Deze Duitsers zijn niet zo van de integratie blijkbaar, dus na mijn avondmaal ga ik lekker bij de open haard een boek lezen. Het is 's avonds en 's nachts trouwens stervenskoud in NZ, waar het nu zo'n beetje winter wordt. Nog es wat anders dan Fiji. De volgende dag bezoek ik Kerikeri wat weinig voorstelt, maar ze hebben wel het eerste stenen huis van NZ. Vlakbij is een wandeling naast een rivier naar de Rainbow Falls, een grote waterval. Vervolgens rij ik verder naar een bos met Kauri's (hele dikke oude bomen). De gewone wegen zijn erg goed, meestal 100 km/h zelfs in bergachtig gebied, maar als je op andere wegen rijdt kan je zonder waarschuwing ineens op een niet-geasfalteerde weg terechtkomen die je dan voor 15 km moet volgen. Ook zijn er veel wegen die geen exit hebben, doodlopend dus. Zo heb ik een half uur op een weg gereden die dood liep. Moet je helemaal terug.

Als laatste op deze dag heb ik een prachtige hike gemaakt in een vallei met grote keien, Wairere Boulders. De eigenaar van deze vallei had erg zijn best gedaan om van zijn grond een leuke attractie te maken en sommige keien waren in de vorm van dieren.

Vanuit Kerikeri ga ik terug naar het zuiden. Via Pahia, een populaire vakantie bestemming, volg ik nu de oostkust. Onderweg stop ik in Kawakawa voor ‘een kleine boodschap', zoals mijn oma vroeger zei. De wc's zijn ontworpen door niemand minder dan Hundertwasser die hier lange tijd gewoond heeft. Iedereen die ooit in Wenen geweest is herkent zijn stijl meteen en ik moet zeggen, ik heb nog nooit zo lekker geplast als hier.

Ik neem een picknick bovenop Ruapekapeka Ra, een heilige plaats waar vroeger de Maori's een grote veldslag hadden tegen de Engelsen. De plek wordt geroemd om de ingenieuze verdedigingswerken.

Ik rij verder via Auckland naar Thames, een stadje op het Coromandel schiereiland. Deze rit was uiteindelijk zo'n 400 km. In Thames vind ik ook een klein knus hostel en ook hier zijn enkel Duitsters. Deze zijn wel erg vriendelijk en ik mag zelfs met ze mee-eten. Twee van hen komen uit Oldenburg en dus kennen ze Groningen wel. Het is de avond voor mijn verjaardag en dus drinken we een aantal biertjes en we kijken een komische film, Dodgeball (trefbal).

Woensdag 3 juni. Ik word met een gek gevoel wakker. Ik ben jarig in een klein onbekend stadje in een voor mij wildvreemd land zonder één bekende om me heen. De Duitse groep is er nog, maar die gaan ook weer weg. Ik begin rustig met een lekkere douche en een uitgebreid ontbijt. Ik heb extra lekkere dingen gekocht. Halve perzikken in blik, verse eieren van de boerderij, gebakken spek, bijna verse jus en bijna goede koffie. Mijn ouders bellen en ik krijg de eerste berichtjes, dat is fijn. Maarja, wat zal ik eens doen vandaag? Als eerste trakteer ik mezelf op een cd voor in de auto... toch een echt verjaarscadeautje, ook al moest ik het zelf betalen. De nieuwe cd van Xavier Rudd, die ik in Canada gehoord had. Niet dezelfde cd, maar er staan een paar erg sterke nummers op. Vervolgens besluit ik om een lange hike te maken in de Coromandel Range, een nabij gelegen bergketen en de wandeling gaat door de vallei en uiteindelijk naar de top van de Pinnacle berg.

Eerst moet ik over een verschrikkelijk hobbelige weg naar de start rijden. Volgens het informatiepunt was ik nogal aan de late kant en zou ik de top nooit halen. Ik zal wel zien, kan altijd eerder terug of neem een shortcut voordat het donker wordt. De tocht was geweldig langs de rivier, over smalle instabiele loopbruggen, door de rivier, klimmend en weer naar beneden. Het was erg mooi weer (net als in 1985) en ik kreeg prachtig uitzicht. Het terrein stond bekend om de houthakkerij, en de boomstammen werden via beekjes of met paard en kar naar beneden getransporteerd. Veel oude dammen gezien en zelfs een oud spoor.

Omdat ik veel sneller ging dan de route aangaf en na overleg met een andere hiker heb ik toch de klim naar de top gewaagd. Paar mooie foto's genomen, even een slokje water en toen snel terug. Uiteindelijk was ik net op tijd terug bij de auto (oké toegegeven het laatste kwartier heb ik de zaklamp van mijn telefoon gebruikt). De acht uur durende tocht heb ik in zo'n vijf en een half uur gedaan.

Lekker gegeten en een taartje als toetje genomen en de rest van de avond film gekeken in de warme woonkamer van het hostel.

Het tweede deel volgt later. Liefs vanuit Christchurch.

Liam

Edda en Liam verleggen grenzen

Lieve Allemaal!

Dit is het tweede verhaal van onze vakantie die we in Nieuw Zeeland hebben. Vakantie? Zou je niet zeggen met al die kou. Terwijl jullie je helemaal warm maken voor de zomer in Nederland en vandaag de langste dag van het jaar hebben, hebben we hier down under de kortste dag van het jaar. Het is stervenskoud, Edda draagt zes laagjes, we moeten elke dag de auto krabben en warmen ons noodgedwongen op in een hete spa/bubbelbad. Daarna drinken we warme chocolademelk bij de open haard. Dit doen we niet alleen voor ons plezier.

Het vorige verhaal eindigde in Westport. Op dinsdag 16 juni trokken we verder naar Greymouth. Op deze dag vierden wij alsnog onze beide verjaardagen. We begonnen met een uitgebreid ontbijt (verse croissantjes, jus, eitje met gebakken worst en cornflakes) en gaan dan op weg. Via de zeehondenkolonie reden we naar Punakaiki waar de beroemde Pancake Rocks zijn. Grote rotsen van in laagjes ‘ gesneden' gesteente. Hier was de zee erg woest en onvoorspelbaar. De golven waren zo hoog dat ze tegen de rotsen omhoog kwamen en zo ontstaan spuitgaten. Heel indrukwekkend en zeker voor waterliefhebber Edda.
Aangekomen in Greymouth checkten we in in het hostel Global Village Lodge attendeerde de man ons op de aanstaande zonsondergang die over twee minuten plaats zou vinden. Wij als een gek naar de pier toe en we waren nog net op tijd. De avond vierden we onze verjaardag in de hot spa met taart en kaarsjes, 23 voor Edda en 24 voor Liam. Edda bakte daarna een quiche en verrukkelijke muffins! Het hostel was trouwens erg fijn. Heel leuk ingericht, erg schoon en volop faciliteiten. Zelfs een eigen sportschool, hoe verzin je het.

De volgende ochtend pakken we de fiets en maken een tocht rondom Greymouth. Met een paar pittige hellingen voelt Edda dat ze al lange tijd niet op een fiets gezeten heeft. Liam probeert indruk te maken op zijn vriendinnetje door er als een speer vandoor te gaan. Hierna gaan we door naar Franz Josef waar we een indrukwekkende gletjser bezoeken. Edda rijdt het hele stuk en het gaat een stuk makkelijker aan de linkerkant. In de avond willen we een wandeling maken op zoek naar gloeiwormen, Edda vindt het toch maar niks in het pikkedonker. Liam heeft dit door en verzwijgt dat er een net aangereden dood buideldier (possum?) naast onze voeten ligt. Er zijn 80 miljoen van die vieze beesten hier en zijn een ware plaag. Je wordt in Nieuw Zeeland aangemoedigt om ze dood te rijden omdat ze alles in het bos opvreten. Je kan hier zelfs possum-pie's kopen en als je genoeg beestjes dood gereden hebt en hun bont verkoopt kan je aardig geld verdienen. Zielig of toch niet?
Donderdagvroeg rijden we verder naar de andere gletsjer, Fox. Hier doen we een begeleide wandeling naar en op de gletjser. Met stevige schoenen aan en crampons mee gaan we in de bus. We lopen eerst door de vallei, wel doorlopen want er kunnen rotsblokken naar beneden vallen. Dan gaan we 700 trappen aan de zijkant omhoog; niet aan de voorkant want de gletsjer beweegt nog (héél langzaam) en dat is dus te gevaarlijk. De groep gaat erg langzaam tot ergenis van vooral Liam. De tocht bestaat vooral uit kodak-momentjes. We lopen naar het midden van de gletsjer waar we in een ijstunnel kruipen. De crampons geven ons grip op het gladde ijs. Het is een erg speciaal gevoel om helemaal door ijs omgeven te zijn. Na de tocht die erg indrukwekkend was zoeken we een hostel voor de nacht. Aan het eind van de middag bezoeken we nog Lake Matheson een meer gevormd door de gletsjer maar inmiddels 15 km van de gletsjer vandaan. De weerspiegeling van de twee hoogste bergen van Nieuw Zeeland, Mt Cook (3755 m) en Mt Tasman, is hier ongelofelijk mooi. Check de foto's.

De volgende dag op weg naar Queenstown. Maar ja eerst even krabben. Over een ijzige weg, heel voorzichtig rijden we naar het zuiden. Pauze bij een meer, het picknicken was wat koud maar het welkom-edda bord diende mooi als ‘warme' zitplaats. Aangekomen in Queenstown was het een flinke klus om een goed hostel te zoeken. Er zijn heel veel opties maar ook heel veel toeristen. Liam maakt voor het eerst tijdens zijn reis mee dat een hostel vol is. Uiteindelijk slapen we in een veel te kort bed (een queensize bed, weet je nog wat dat is, Aad?) en gaan we de volgende dag naar een ander hostel die ook niet helemaal geweldig is.

Op zaterdag 20 juni begint het rustig met een wandeling door Queenstown en het nabije park. We bekijken een mediterane markt en boeken onze volgende activiteiten. Liam heeft zichzelf wijsgemaakt dat hij Queenstown niet kan verlaten zonder een...bungeejump (thanks voor de aanmoediging, Janneke!). Jaa, het mocht eigenlijk helemaal niet van z'n moeder, maar ja hij is inmiddels volwassen geworden. Queenstown is de adventure capital of the world; van skidiven tot bungeejumpen en white water raften. Van al die opties kiest Liam er eentje uit en op aanraden van een opgelopen kennis uit Fiji besluit hij om te gaan canyon swingen. Een Canyon Swing (www.canyonswing.co.nz; check filmpjes) is een grote sprong van 109 meter hoog waarbij je in een tuigje een vrije val van 3 seconden maakt met een snelheid van 150 km/uur! In tegenstelling tot de bungee kan je hier je eigen sprong ontwerpen. Naar voren, naar achteren of opzij. Hangend of op de kop, met of zonder begeleiding. De crew is erg tof en behulpzaam. We rijden naar de canyon en Liam maakt zich meer zorgen om de gemoedstoestand van de nerveuze Edda. Edda gaat van haar leven niet zelf springen maar 'moet' van Liam wel toe kijken. We lopen naar het platform en nog steeds zie je niet waar je uiteindelijk naar toe springt. Je wordt in een tuigje gehesen en Liam maakt wat grapjes met de crew. Op zijn reactie dat hij eigenlijk niet bang gemaakt kan worden door hen, pakken ze een met elektrische geladen apparaat waar ze hem een schok mee geven. Daar wordt hij goed wakker van zo vlak voor de sprong. Liam kiest de Pin Drop. Op de schaal van eng tot very, very, very, very eng valt deze onder de laatste. Je springt zijwaarts terwijl je de diepte inkijkt. Je springt net als bij de bungee helemaal zelf en het meest enge is het maken van die beslissing. Van tevoren is er weinig nervositeit bij Liam te bekennen, maar als je daar dan echt staat en je ziet voor het eerst hoe diep 109 meter eigenlijk is, nou toen sloeg de paniek toch wel even toe. Springen en hij schreeuwde heel hard waar de crew later nog om moest lachen. Trappelend met zijn voeten tijdens de vrije val maar dan word je door de touwen heen en weer geslingerd in het ravijn en voel je de zekering van je zitje. Wat een kick..wat een adrenaline! Na een korte pauze en de foto's van Edda bekeken te hebben, gaat hij nog een keer. Nu de Elvis Cutaway waarbij je op de kop hangt en losgetrokken wordt door de crew. Voor Liam is deze sprong een stuk minder eng, maar het is wel speciaal omdat het gevoel heel anders is dan de eerste sprong. Edda daarentegen wordt bijna misselijk bij het zicht van Liam die op de kop hangt. Goed na al die spanning en sensatie gaan ze beiden met een voldaan gevoel naar huis. Liam omdat hij het nu eindelijk gedaan heeft; Edda omdat het nu eindelijk voorbij is.

Op zondag, de kortste dag van het jaar, is er ook weer een speciale dag. Edda gaat voor het eerst in haar leven skien. Op 20 minuten rijden van Queenstown ligt Coronet Peaks. Edda krijgt twee lessen op de baby-piste en Liam zoekt het hogerop op de pistes voor gevorderden. Voor Liam is dit de derde keer dit jaar dat hij skiet en ook nog eens in drie verschillende continenten. Wie doet hem dat na?
Het skien gaat makkelijker dan Edda dacht, ze behoort tot de allerbesten uit haar groep, en ze vindt het erg leuk. Aan het eind van de dag durft ze wel wat hoger te proberen maar dat is voor een volgende keer. Liam verkent de pistes die erg rustig zijn in vergelijking met bv de Franse Alpen maar ook wel een stuk kleiner. Thuisgekomen hebben beiden wel een beetje spierpijn en zijn vermoeid maar de chocolademelk smaakte extra lekker.

Tot zover onze grensverleggende avonturen. Met dank aan Liam's Tante Marijke konden we extra veel foto's kwijt op de weblog, dus geniet daarvan. We gaan nu uit Queenstown en via Dunedin richting Christchurch. Nog een paar dagen samen en dan gaat Edda weer richting Nederland. Liam gaat dan alleen door naar Australie.

Liefs uit Queenstown,

Edda en Liam.

Samen aan de andere kant van de wereld

'Wanneer ga je nou eindelijk je weblog bijwerken? Je loopt hartstikke achter, je hebt nog maar net Fiji geschreven?' vraagt Edda mij.' Ja, ja het is hier ook zo leuk, ik kom er gewoon niet aan toe!' zeg ik terug. ' Ja maar ik wil graag al mijn weblog schrijven, hoe moet dat dan?'. ' Nou dan schrijven we nu samen en dan komen mijn verhalen van Nieuw Zeeland later wel'.

En zo geschiedde. De eerste anderhalve week in Nieuw Zeeland, was geweldig, prachtig en gaaf maar ja als Edda zegt datik nu toch echt actie moet ondernemen dan doe ik dat. Bij deze de gezamenlijke weblog van de tijd die Edda en ik samen dorbrengen in Nieuw Zeeland. De rest volgt later...

Lieve allemaal!

Twee verschillende individuen, met twee afzonderlijke reizen, komen samen in een bijzonder land: Nieuw Zeeland. Al voor ons beider vertrek hebben wij besloten om tijdens onze reis elkaar op te zoeken. Edda heeft tien weken in Peru doorgebracht en Liam reist de wereld over. Aangezien Edda toch nog even een glimp van Europa op wou vangen, vliegt zij in 46 uur vanuit Lima, hoofdstad van Peru via Londen en Madrid naar Wellington, hoofdstad van Nieuw Zeeland waar Liam haar op wacht. Dit verhaal is in co-productie geschreven, maar, zoals het hoort, vanuit het perspectief van de vrouw.

Het is 7 juni 2009 en dit is mijn laatste dag in Peru. In de drukke stad Lima wacht ik op het vliegveld tot ik mag inchecken. De vlucht heeft enig vertraging en dat stoort mij. Via Madrid vlieg ik uiteindelijk naar Londen ook met vertraging. Als het goed is heb ik nog 1 uur en 15 minuten om in te checken voor Air New Zealand en m'n bagage gaat al door naar Wellington, dus het moet goed komen. Vervolgens ga ik via Hongkong naar Auckland en daarna nog de korte vlucht naar Wellington. Uiteindelijk vlieg ik 30.000 km in 46 uur tijd. Nieuw Zeeland is een eiland en straks hebben we zeeen van zee; ik verlang naar al het water. Ik ben benieuwd hoe het is om Liam na 2,5 maand straks weer te zien. Samen reizen, ik heb er erg veel zin in.

In Auckland aangekomen regent het, dat heb ik sinds lange tijd niet meer gezien. Het is nu nog maar één uur en dan ben ik er, heb het nu ook wel gehad. Dit uur gaat het snelst van allemaal. Ik zie een baai en we gaan lager, zie geen landingsbaan, maar toch is die er. Ik kijk door mijn raampje en zie stiekem dat Liam daar al staat. Ik loop de slurf uit en daar staat ie met een giga kartonnen bord met mijn naam erop. Alsof ik hem niet meer zou herkennen. Wat een heerlijk warm welkom!

We gaan naar het hostel in het midden van het centrum, heerlijk een kamer voor onszelf. Liam heeft het allemaal al voor mekaar. Ik ga douchen en Liam maakt een lunch klaar. 'S Middags lopen we een stukje door Wellington en het valt me op dat alles zo luxe is. Liam is het wel gewend na Amerika, maar ik verre van. Er is veel water, de baai, de bootjes. Het bevalt me erg. Door het tijdsverschil van 17 uur met Peru denk ik dat het later is, dan het is. Liam maakt het avondeten, een lekker curry en ik zorg voor het toetje gevulde muffins.

Woensdag 10 juni is mijn eerste volle dag in Nieuw Zeeland, gek want ik vertrok op zaterdagavond uit Peru. Liam is al vroeg op, merk ik, als ik veel te laat wakker word. Dat is ook wel eens anders. We gaan naar het nationaal museum: Te Papa. We leren hier veel over de geschiedenis van het land, natuurrampen, de dieren die hier leven, erg interessant. We drinken nog een kop warme chocolademelk voordat we opgehaald worden voor de Karori Sanctuary Kiwi Experience. Een beschermd natuurgebied vlakbij het centrum van Wellington waar oorspronkelijke dieren uit dit gebied hun leefgebied krijgen zonder verstoringen van mens of andere ingevoerde dieren. Wij hopen de Kiwi een grote vogel die erg speciaal is in Nieuw Zeeland tegen te komen. We maken een ‘nachtwandeling' van half vijf tot half zeven maar helaas we zien geen kiwi's. We horen ze wel en zien papegaaien, een leguaan en heel veel vogels. Ook zitten de rotsen vol met gloeiwormen. Dit is de eerste keer tijdens mijn reis dat iets niet lukt. 'S avonds eten we kiwi-fruit als troost.

Op donderdag verlaten we Wellington. Eerst nog even een mooi uitzicht gepakt op Mount Victoria en Liam moest weer even gek doen met zijn springfoto's. Via de botanische tuin gaan we naar de haven waar we de ferry naar het zuider eiland pakken. De vaartocht is ontzettend mooi, helaas miezert het een beetje waardoor we niet te veel buiten zijn. We komen aan in Picton een gezellig klein havendorpje. Het hostel is erg gezellig; we hebben een mooie kamer, de woonkamer is knus met een open haard en buiten staat een hot tub waar we lekker in zijn geweest.

In Picton doen we een hike via Bob's bay naar het noorden, de Snout track omdat de baai eruit ziet als een snoet van een vis. In de haven zien we dolfijnen zwemmen en het uitzicht is schitterend. Het regent en het pad is glibberig. We zagen nog een zeehond zwemmen aan het eind van de wandeling. We maken een lekkere aardappel schotel omdat we daar beiden zin in hebben. Om 20 uur is het tijd voor waarom dit hostel zo bekend is: zelfgemaakte hot chocolate pudding with vanilla ice cream!

Vanuit Picton rijden we via Nelson en Richmond naar Motueka. Liam rijdt, ik moet eerst nog even wennen aan het linksrijden. In Motueka vragen we om meer informatie over hiken in het Abel Tasman National Park. Uiteindelijk boeken we een overnachting in een hutje middenin het park. We doen de nodige inkopen zodat we kunnen overleven. Iets verderop ligt het dorpje Marahau wat bij de start van de track ligt. De kamer heeft een laag schuin dak en Liam kan hier niet staan. Gelukkig blijven we hier maar heel even. Op de veranda smaakt de warme chocolademelk extra lekker terwijl we naar de stromende regen kijken.

Zondagochtend staan we vroeg op en maken ons gereed voor de hike. Liam neemt zijn grote backpack mee, ik vind een daypack voldoende. We beginnen uiteindelijk om 8:40 met lopen. Het pad varieert van zeeniveau tot 150 meter hoogte, bomen, drassig gebied en soort van regenwoud. Wel heel anders dan de jungle natuurlijk.

Bij de appletree bay lopen we het witte strand op, wat een plaatje. Doordat het high tide is (vloed) moeten we helemaal om het strand heenlopen. Jammer want het strand is net zo mooi. Uiteindelijk komen we nar ongeveer 8 uur aan bij onze hut. Er zijn al mensen aan het koken en de kachel staat aan dus het is er in ieder geval lekker warm. Wij drinken weer warme choclademelk en wij maken ook ons blikvoer klaar op ons gasbrandertje...net kamperen. De andere bezoekers klooien aan met hun zaklamp maar Liam heeft aan kaarsen gedacht. Wat is hij toch goed voorbereid op deze reis.

Met twee andere Nederlanders spelen we boeren bridgen, bij Liam beter bekend als plannen. Voor mij is het de eerste keer maar Liam vertelt dat hij het vroeger vele malen gespeeld heeft. We drinken onze gluhwein en gaan net als de rest vroeg naar bed (half tien) omdat het koud en donker is.

Er is 's nachts veel lawaai van de andere slapers en het is erg koud. Zelfs zo koud dat Liam na een verkeerde beweging door zijn rug gaat. Hij heeft veel pijn en het gaat niet over. We lopen nog een kleine anderhalve uur maar we kunnen niet verder. Liam baalt ontzettend maar we nemen de watertaxi terug naar het dorpje die op het strand ons oppikt. Bij de haven aangekomen ziet Liam een traktor in het water. ' Wat doet ie daar?' vraagt hij aan mij. 'Och die zal wel een klein bootje uit het water halen, alleen ik zie geen boot' zeg ik terug. Blijkt dus dat het ons uit het water komt halen. Sterker nog we worden in de speedboot over de lokale weg naar de andere kant van het dorp. Dat was zelfs voor mij de eerste keer, op een boot over de weg. We pakken onze spullen weer in en maken ons klaar voor de volgende bestemming de westkust van het zuidereiland. Daarover vertellen we de volgende keer weer.

Veel liefs uit Nieuw Zeeland van Liam en Edda.

Fiji deel 3: een trek door het regenwoud, een middelbare school en een modderbad

Bula iedereen!!

Het duurt even maar hier komt dan het derde en laatste deel van mijn tijd in Fiji. Je zal wel denken, zit ie daar nog steeds. Nee ik ben al een tijdje in Nieuw Zeeland en mijn lieve vriendinnetje Edda is mij hier al aan het opzoeken. Omdat ik een beetje achterloop moest ik nu toch echt vaart maken met mijn Fiji verhaal.

Het vorige verhaal eindigde in het paradijselijke Mango Bay Resort. Hier waren we een aantal dagen tot rust gekomen. Nu was het dan toch tijd om wat actiever te worden. Er stond een trek door het regenwoud op het programma. De hike ging eerst over bergachtig gebied en was veel pittiger dan ik had verwacht aan de hand van de beschrijving in het boekje. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar...het had hier een nacht flink geregend op Fiji...dus de grond was erg drassig. De klei was oranjerood, heel anders dan in NL. Het was deze dag warm en klam en door het natte gebied lastig vooruitkomen. Vervolgens kwamen we in het echte regenwoud aan. Hier moesten we een lang stuk door de rivier lopen, tot boven mijn enkels, een ander pad was er niet. Een aal in het water en spinnenwebben continu voor ons maakte het dat je goed moest opletten. Mijn schoenen waren natuurlijk doorweekt dus die konden een paar dagen drogen. De trip eindigde met een lange klim en een afdaling waar we moesten oppassen voor wilde zwijnen. Na een lunch zouden we terug gaan over een brede rivier in grote zwembanden. Ik zat liever op Donnyde Badeend, maar dit was ook prima. Deze tocht was verder niet heelheftig maar het springen van de watervallenwel. Onze lokale gids klom blootsvoets de rotsen op en sprong van een hoogte van zeker 20 meter van de waterval in het water.

Het volgende wat ik ga vertellen mogen jullie even overslaan. Het begon namelijk ineens heel hard te regenen. In een klein bootje werden we terug gebracht en bij aankomst waren we ondankseen groot dekzeil doorweekt van onder tot boven. In het hostel moesten we met z'n allen in een grote dorm. Galant als ik ben liet ik alle dames voor (de groep bestond vooral uit meiden) en was daardoor een van de laatsten die incheckte. Toen was de dorm vol en moesten ze mij een bure aanbieden. Een luxe bungalow voor de gelijke prijs...dikke prima! Een dik matras van 25 cm, privacy, zelfs een koelkast en gratis thee en koffie in het huisje. Die luxe was ik niet gewend van de andere hostels. De douche was open dak en ik stond dus lekker in de buitenlucht te douchen, het kan allemaal op Fiji. Heerlijk geslapen en klaar voor een nieuwe dag Feejee Experience. We kregen een rondleiding in Suva, de hoofdstad van Fiji. Helaas kregen we geen tijd om hier rond te lopen, enkel een foto maken van de wacht bij het regeringsgebouw. Dat is het grote nadeel van zo'n georganiseerde reis, je hebt geen vrijheid om je eigen ding te doen. Een van de hoogtepunten in Suva is trouwens een museum waar de hand van de enige opgegeten blanke man is te bezichtigen!! Ook is Suva de enige plek op Fiji met stoplichten. De geasfalteerde weg van Nadi naar Suva (Queens road) stopt hier. Queen Elisabeth bezocht een aantal jaar geleden Fiji en dat was de reden dat ze die weg aanlegden. De rest van het eiland heeft geen verharde wegen.

De volgende bestemming was een Fijaanse middelbare school. De jongelui waren tussen de 14 en 19 jaar oud en leefden ook op school omdat ze overal uit het land vandaan kwamen. Er gelden erg strenge regels en de jongens en meisjes mogen dan ook absoluut niet bij elkaar op de kamer komen. Elke dag staan ze om 5 uur op om te bidden en vervolgens te werken op de boerderij. Hierna gaan ze naar school. De school krijgt geen geld van de regering en is voor de kinderen gratis dus de school moet zelfverzorgend zijn. Iedereen van onze groep werd gekoppeld aan een leerling en mijn gids (Mianolo of zoiets) was een meisje van 15. Blijkbaar was ze erg populair want een aantal lokale jongens zeiden dat ik het goed voor mekaar had en ze moest steeds lachen in aanwezigheid van andere jongens. We zagen hun dorms, Rafael Nadal boven het bed, en de meisjes dorm was veel schoner dan die van de jongens. Of course. Er was in de bus net een tof liedje op de radio geweest dus die had ik nog in mijn hoofd. Onbewust bewoog ik blijkbaar nog steeds mee op het ritme en dat zagen de Fijiaanse meisjes en daar moesten ze om giechelen. We zagen toen waar ze les hadden en hoe, in mijn ogen nog erg ouderwets. Op het laatst werden we bedankt en ook voor de spulletjes die we voor ze hadden gekocht (ik had penselen voor ze gekocht). Hun lerares wilde toen nog als laatste weten hoeveel van onze groep getrouwd zijn: 1 van de 25. Dus 'de rest is single'. Nee, er waren een aantal van ons met een relatie, maar nee dat telt niet. Wij moesten maar snel op zoek gaan naar een partner en trouwen. Dit was natuurlijk een glad ijs discussie en we gingen hier maar niet op in. Onze gids bood later haar excuses aan voor deze vraag en zei dat niet iedereen in Fiji er zo over dacht. De lerares begreep duidelijk het cultuurverschil niet. We maakten foto's en ik bedankte Maniolo en wenste haar dat ze later rechten kon studeren wat ze graag wou.

Hierna bezochten we het dorpje waar de school toe behoorde. We werden ontvangen door de chief, een zeer belangrijk man die de baas is over het district en 7 dorpen. Hij kon alleen zeer slecht Engels, de officiele taal op Fiji. Wij moesten ons ook aan de traditionele regels houden en natuurlijk in onze sulu's en op blote voeten naar binnen. Het huis lag veel hoger dan alle andere huizen en overzag de vallei. We dronken weer kava als welkomstceremonie. Nadat we de eerste ronde gedaan hadden (drie kommen kava pp) mochten de dames sieraden gaan maken en de heren werden verwacht verder te drinken. De kava komt me inmiddels de strot uit en nu moesten we met slechts 7 jongens een nog veel grotere hoeveelheid dan net op drinken. En speciaal voor de mannen was het extra sterk gemaakt. Ik kreeg toen echt wel hoofdpijn van het drankje. We bekeken het dorpje nog even wat een community living dorp is. Dat betekent alle eigendommen behoren tot het dorp en tot niemand individueel. We sloten af met een wedstrijdje kokosnoot schrappen en ik was als teamcaptain helaas niet in staat om ons team te laten winnen. Toen was het tijd om naar ons hostel te gaan in Rakiraki: het Volivoli Beach. 'S Avonds werden er leuke activiteiten georganiseerd om het drinkgedrag te stimuleren. Ik won de krabbenrace en kreeg daarvoor als prijs een heerlijke gratis cocktail. Vooral de Engelsen konden er wat van met drinken en fanatisme bij de spelletjes. Ik maakte het zelf niet al te laat, maar werd 's nachts wakker door een meisje die voluit met haar gezicht tegen de grond ging doordat ze niet meer rechtop ging lopen..erg grappig. En ik heb nog nooit een meisje zo luid en voor lange tijd horen kotsen als die avond. Op een gegeven moment is toch alles er wel uit, zou je denken?

De volgende ochtend ging ik er vroeg uit om te snorkelen, terwijl de rest hun roes moesten uitslapen. Door het weer en de harde stroming was dit lang niet zo interessant als vorige keren. Met de bus gingen we vervolgens naar Ba, waar de grootste populatie Indo-Fiji's leven. Hier kregen we een Indiaanse lunch en we mochten onze eigen roti bakken. Als afsluiter van de reis bezochten we de ‘mud pools' en ‘hot springs'. Het was mijn eerste modderbad ooit en het is een onbeschrijfelijk gek gevoel om daarin te badderen. De modder was heerlijk warm en zacht maar als je even niet beweegt word je vastgezogen. De hot springs waren niet zo fijn als in Canada maar je werd er wel schoon van na al die modder. Toen zat de reis er op, ik kreeg nog een gratis overnachting en ik zei iedereen vaarwel. Na mijn laatste inkopen terug in Nadi was ik weer op het vliegveld. Dit keer ruim op tijd en geheel zonder problemen vertrokken. In het vliegtuig zat ik naast twee Duitse meisjes, die ik eerder in Mango Bay heb leren kennen, wat een toeval. In drie uur zou ik in Auckland, Nieuw Zeeland aankomen. Dat bewaar ik voor een volgend verhaal. Het enige wat ik alvast kan verklappen is dat het héél koud is hier en dat het winter wordt. Dus je hoeft geen jaloersmakende verhalen over hoe paradijselijk het wel niet is van mij meer te verwachten. De komende maand is het bij mij minder weer als bij jullie thuis in Nederland.

Voor de laatste keer Bula!

En liefs uit Fiji.

Liam